3de plaats, Zwevegem
Kruimelpad
De Zwevegemse stedenbouwkundige groeispurt: 'Bezint eer ge begint'
De voorbije jaren kon men er haast niet omheen kijken. Het Zwevegems gemeentebestuur zit met de baksteen in de maag. Diverse bouwprojecten staan letterlijk en figuurlijk in de steigers, wat op het eerste zicht een goede zaak is voor onze bloeiende gemeente. Zwevegem telt intussen bijna 26.000 inwoners en dit aantal lijkt, gezien het gevoerde stedenbouwkundig beleid, de komende jaren nog op te lopen. Deze groeispurt heeft ongetwijfeld voordelen voor onze bloeiende gemeente, al mogen we zeker en vast niet blind zijn voor de groeipijnen die deze omwenteling teweegbrengt in onze lokale samenleving.
Hoewel onze gemeente zich naar de buitenwereld toe vaak profileert als landelijke gemeente waarbij ingezet wordt op plattelands- en fietstoerisme, leek het gemeentebestuur op stedenbouwkundig vlak de voorbije legislatuur een heel andere weg te bewandelen.
De voorbije jaren rezen verkavelingsprojecten en appartementsgebouwen in het hartje van Zwevegem, maar ook in bepaalde deelgemeenten, als paddenstoelen uit de grond. We vrezen dat deze trend zich ook de komende jaren dreigt door te zetten. Verschillende grootse bouwprojecten zijn gepland of staan reeds in de steigers. Het moet voor sommigen blijkbaar steeds grootser en prestigieuzer. Op die manier lijkt onze landelijke gemeente stilaan een stedelijke look te krijgen, althans wat de bebouwing betreft. Maar gaat het voor de Zwevegemnaar niet allemaal wat te snel?
Inconsistent beleid
De bouwdrang van ons gemeentebestuur zorgde de voorbije legislatuur voor heel wat tegenstellingen in het beleid. Dat laatste ondervindt de Zwevegemnaar aan den lijve. Men creëert vaak de problemen aan de ene kant van de bestuurstafel, om datzelfde probleem uiteindelijk aan de andere kant van de tafel opnieuw te moeten oplossen. En het moet worden gezegd: de creatie van het probleem gaat meestal héél wat sneller dan het bieden van oplossingen ervoor.
Een duidelijke inconsistentie treffen we aan in het mobiliteitsbeleid die het gemeentebestuur uittekende voor het Zwevegemse centrum en bij uitbreiding de vele hindernissen en versmallingen over het hele grondgebied. Het nieuwe circulatieplan moest een oplossing bieden voor de verkeersdrukte en de daarmee samengaande onveilige situaties in het Zwevegemse centrum. Diverse belangrijke verkeersaders werden de afgelopen jaren versmald en naar eigen zeggen veiliger gemaakt. We denken hierbij aan de Harelbeekstraat, de Stedestraat en recent nog de Kortrijkstraat en een deel van de Avelgemstraat. Wat vaststaat is dat deze versmallingen een minder vlotte verkeersdoorstroming toelaten, tegelijk kan men zich de vraag stellen of deze ingrepen het weldegelijk veiliger hebben gemaakt voor de fietser.
Intussen zien we dat het bestuur voortdurend grotere nieuwe bouwprojecten stimuleert en goedkeurt, voornamelijk verkavelingen en appartementsbouw. We treffen her en der in Zwevegem ‘kleinere appartementsblokken’ aan. Nu ook de bouw van twee grote woontorens (t.h.v. de kerk en het gemeentepark) in de pijplijn zit, kan het gemeentebestuur stilaan beginnen dromen van een echte Zwevegemse skyline.
Wat voor hen een droom is, blijkt voor de gewone Zwevegemnaar die zich dagdagelijks op straat moet begeven een ware nachtmerrie. Alleen al de bouw van de twee woontorens maakt dat er 62 nieuwe woongelegenheden worden gecreëerd. En in tegenstelling tot wat men hoopt, leert de realiteit ons dat deze inwoners zich heus niet altijd met de fiets doorheen het centrum zullen verplaatsen. We spreken dan nog niet eens over de bijkomende verkavelingen op de Transfosite, langs de Avelgemstraat, Europawijk, etc.
Was het invoeren van een parkeer- en circulatieplan, in het licht van deze recente stedenbouwkundige keuzes, dan geen kwestie van dweilen met de kraan open?
De mobiliteitsstructuur werd de voorbije jaren te weinig aangepast aan de komst van al deze nieuwbouwprojecten. Men keurt eerst de projecten goed, alvorens na te denken over de impact ervan op de omgeving. We kunnen hierbij denken aan het dossier over de bouw van een nieuwe kunstacademie, waar vooralsnog héél wat onduidelijkheid bestaat over de impact op de buurt en de mobiliteit in die omgeving. De volgorde moet andersom! Er moet meer aandacht komen voor de kwaliteit van nieuwe projecten, alsook voor de impact ervan op de omgeving waarin bouwprojecten worden ingepland.
Geen bouwstop, maar een gerichte toekomstvisie
We kunnen enkel toejuichen dat Zwevegem als woonplaats steeds populairder wordt. We moeten het potentieel van onze gemeente dan ook optimaal benutten, waardoor een totale bouwstop onnodig en evenzeer ongewenst is. Toch mogen we niet willen lopen alvorens te kunnen wandelen. We moeten ons luidop afvragen op welk moment het te snel gaat. Kunnen onze infrastructuur en gemeentelijke voorzieningen de snelle groei volgen?
Moeten we niet eerst onze straten, parkings, scholen en zorgvoorzieningen klaarmaken alvorens de groeicapaciteit van onze gemeente te vergroten? Dit alles juist om toekomstige problemen te vermijden. En hoe staat de Zwevegemnaar tegenover deze uitdagingen?
Meer dan ooit is er nood aan een duidelijke, toekomstgerichte en vooral gefaseerde visie op de ruimtelijke ordening in Zwevegem. Niet alle Zwevegemse gebouwen zijn even fraai, waardoor de mogelijkheden tot reconversie enorm zijn. Mijns inziens zijn bepaalde keuzes voor woonuitbreiding in dat opzicht vandaag onaanvaardbaar.
Kiezen we ervoor om ongestructureerd verder te groeien en op die manier de toekomstige generatie met gigantische infrastructurele problemen op te zadelen? Of kiezen we voor een doordacht en toekomstgericht beleid, met de nodige aandacht voor infrastructurele aanpassingen en de historische identiteit van onze gemeente?